Feedback
DCIS is een woekering van kwaadaardige cellen binnen de melkgangen van de borst. De melkgangen voelen normaal en soepel aan. Bij DCIS kunnen de melkgangen hard en stug aanvoelen, maar in ruim 80% van alle gevallen van DCIS is niets te voelen. DCIS wordt vaak per toeval ontdekt. Door de ruimere toepassing van de mammografie, denk aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker, wordt DCIS tegenwoordig veel vaker ontdekt dan vroeger. Mede door de digitalisering waarbij veel scherpere weergave van het borstweefsel wordt verkregen. DCIS vormt vaak microcalcificaties (kalkspatjes) die op het mammogram zichtbaar zijn. De aanwezigheid van kalspatje wijst niet altijd naar DCIS. Er zijn ook goedaardige kalkspatjes. Aan de vorm, grootte en eventuele groepering van calcificaties zal de radioloog het advies geven om een stereotactisch biopt te verkrijgen. Normaal gesproken wordt er een biopt verkregen met gebruik van de echografie. De calcificaties zijn echter niet zichtbaar met een echografie. In dat geval wordt gebruik gemaakt van de mammografie. De computer maakt een berekening waar de kalkspatjes zich bevinden en dan wordt er weefsel verkregen doormiddel een punctie.
Wat is DCIS
Vormen van DCIS
- Goed gedifferentieerd DCIS, graad 1
De cellen zijn afwijkend, maar lijken nog op de oorspronkelijke borstcellen. - Matig gedifferentieerd DCIS, graad 2
Vorm die tussen goed en slecht gedifferentieerd inzit - Weinig of slecht gedifferentieerd, graad 3
De cellen zijn afwijkend en lijken nauwelijks meer op de oorspronkelijke borstcellen, maar er is nog geen sprake van borstkanker.
Bij DCIS is er in principe geen kans tot uitzaaien. Wel kan binnen het gebied van DCIS een invasieve haard (borstkanker) ontstaan. Zo’n invasieve haard heeft wel de mogelijkheid om uit te zaaien. De cellen groeien dan door de wand van de melkgang heen en kunnen via lymfe- of bloedvaten meegenomen worden naar plaatsen elders in het lichaam: b.v. naar de lymfeklieren in de oksel.
Het omgekeerde komt ook voor: DCIS rond een borstkankertumor.