Blaaskanker

In de blaas kunnen zowel goedaardige als kwaadaardige tumoren voorkomen. De goedaardige tumoren worden poliepen of papillomen genoemd. Dit betreft ongeveer vijf procent van de gevallen.

Ongeveer 90 negentig procent van de kwaadaardige tumoren ontstaat vanuit het slijmvliesweefsel van de blaaswand. Dit wordt een urotheelcarcinoom genoemd. Er zijn drie soorten: 

  • de niet-spierinvasieve tumor. Hierbij zit de tumor alleen in het slijmvliesweefsel van de blaas. Het treft 70% van de patiënten. Dit is een vroeger stadium van blaaskanker en de ziekte is dan nog beperkt.
  • de spierinvasieve tumor. Bij deze vorm is de tumor doorgegroeid in de blaasspier. Deze vorm komt voor bij 30% van de patiënten. Bij spierinvasieve blaaskanker is de kans op uitzaaiingen groter, omdat de kans groter is dat blaaskankercellen losraken en zich verspreiden via bloedbaan en lymfevocht.
  • Bij circa 8% van de gevallen gaat het om een plaveiselcarcinoom. Dit type tumor ontstaat met name door chronische irritatie, bijvoorbeeld door infecties, bestraling of een verblijfscatheter in de blaas.

Blaaskanker komt voornamelijk voor bij mannen en vrouwen die ouder zijn dan vijftig jaar.

Klachten die voor kunnen komen bij blaaskanker zijn de volgende:

  • Bloedverlies bij het plassen.
  • Pijn bij het plassen.
  • Vaak moeten plassen.
  • Niet goed uit kunnen plassen (waardoor men makkelijk een blaasontsteking kan krijgen).
  • Vermoeidheid/lusteloosheid.
  • Geen eetlust.
  • Gewichtsverlies.